Natuurfotograaf Marc De Schuyter

Panorama's revisited

Meer beeldinhoud zonder te kleine weergave van onderwerp, zoals bij een groothoekopname. Bovendien krijgt de resolutie van je beeld een flinke boost, je hebt er plots een grotere megapixelcamera bij.
Slechts twee van de voordelen om je landschappen in panorama’s te fotograferen. Mits enkele puntjes in acht te nemen helemaal niet zo moeilijk. 

Artikel verschenen in Shoot nr 77

Panoramas revisited sh77 01 1

 

Het woord panorama in de fotografie doet niemand nog twijfelen over zijn betekenis. De weergave van een weids landschap- vergezicht, een brede foto die veel van de omgeving laat zien.
Iedere fotograaf maakt dit mee, je staat voor een weids uitzicht en wil dat graag vastleggen. Je denkt na over een bepaalde compositie, links en rechts, boven en onder dienen zich elementen aan die je aan de foto wil toevoegen. Voor je het weet is je foto gevuld met tal van onderwerpen. Om deze allemaal binnen het formaat van de foto te krijgen ben je al uitgezoomd naar groothoek brandpunten.
Na het nemen van de foto ben je teleurgesteld over het resultaat. Alles is klein geworden en van dat weidse uitzicht is niets meer over.
Het omgekeerde kan ook, je compositie past niet binnen het beeldkader. De beeldhoek van je objectief is te klein.
In beide gevallen kan het opnemen van een panorama de oplossing bieden. Neem in volgorde een aantal foto’s die elkaar telkens een stukje overlappen. Zet deze in de computer met speciale software aan elkaar (stitching in Engels) tot een naadloze foto. Deze heeft dus een formaat dat breder (en/of hoger) is dan het opnameformaat van je camera. Hierdoor kan meer in beeld, zonder dat alles kleiner wordt weergeven.
Deze methode zal in de meeste gevallen worden toegepast. Panorama’s kunnen echter ook met tilt&shift lenzen worden gemaakt. Opeenvolgende beelden worden hier niet door roteren verkregen maar door verschuiven. Niet iedereen beschikt over dergelijk materiaal zodat we er verder niet op terugkomen.
Ook de panorama’s verkregen uit fisch-eye objectieven (interieur) zijn specialistisch en afhankelijk van speciale software, hier weiden we ook niet over uit.
Camera’s of gsm’s waarmee je even mee zwaait en de panorama rolt eruit bestaan. De gsm kwaliteit (die wel gestaag groeit) is echter niet deze die we nastreven in dit artikel.

Panoramas revisited sh77 01

Panoramas revisited sh77 02

Statief of niet

Hoe nauwkeuriger de losse foto’s genomen worden, hoe beter een foutloos panorama zich laat samenstellen.
Je zal me niet horen vertellen dat het niet mogelijk is om uit de hand pano’s te maken. Zie voorbeeld hierboven. Ontwikkelingen in beeldstabilisatie staan immers niet stil.
Het gebruik van een statief is wel aan te bevelen. Er zijn geen verschuivingen in hoogte tussen de afzonderlijke opnames. Niet dat dit onmiddellijk een probleem is, het beeldformaat van de uiteindelijk gevormde foto wordt enkel iets kleiner.
Zet wel alles netjes waterpas, anders riskeer je dat de horizon afloopt.
Of je nu met een balhoofd of met een driewegkop werkt is alleen een kwestie van gewoonte. Een balhoofd met een panoramakop bovenaan kan onafhankelijk van het balhoofd nog eens 360° horizontaal roteren. Werkt bijzonder vlot.
Alvorens met wat theorie te zwaaien kunnen we alvast iedereen geruststellen. De huidige software is heden zo goed dat we de dure panoramakoppen kunnen achterwege laten. Blijven je panorama’s beperkt tot enkel pure vergezichten met geen voorgrond dan is er geen probleem. Je kan ook stellen, hoe groter de brandpuntsafstand van het objectief, hoe minder problemen. Van beelden met de telelens genomen kan je doorgaans een prima pano maken.
Zorg voor een overlapping van minstens 30% tussen de opeenvolgende beelden en je zit goed.  
Het wordt echter lastiger van zodra de brandpunt verkleint en er ook meer voorgrond in beeld komt.
Wat is er dan mis met wat voorgronddetails?
Tijd om dat opnemen van opeenvolgende foto’s wat nader te bekijken.        

Panoramas revisited sh77 03

Nodal point?

Strek je arm en steek je duim omhoog. Houdt deze naast een verticale lijn. Kijk achtereenvolgens met je linker- en rechteroog ernaar. Telkens wijzigt de positie van duim en lijn een weinig. Dit verschijnsel heet parallax.
Ook dit gebeurt bij het nemen van de opnames voor een panorama. We nemen een opname en draaien iets verder tot ons volgend beeld dat dus ongeveer 2/3 opschuift. De positie van de beeldelementen in het ene beeld is een weinig verschoven t.o.v. deze in het andere. Hierdoor ontstaan fouten die de software dient te corrigeren. Bevinden deze beeldelementen zich ver van de camera dan is de relatieve afstand van deze fout klein. Hoe dichter echter bij de camera, hoe groter de fout wordt tot op het punt dat het niet meer mogelijk wordt om deze te corrigeren.
Er is echter een bepaald rotatiepunt waardoor tussen de opnames deze fouten niet meer voorkomen. Dit is het zogenaamde no parallax point (is niet hetzelfde als het nodal point maar deze theorie voert ons te ver).
We hanteren verder de ingeburgerde term nodal point. Om de camera met objectief zo op te stellen dat het draaipunt samenvalt met dit nodal point hebben we een hulpstuk nodig, een panoramabeugel. Het komt er eigenlijk op neer dat je de combinatie camera/lens kan verschuiven langs de as van de lens. Een simpele regel uit aluminium plat, voldoende stevig (bijvoorbeeld 60x8), in lengterichting verschuifbaar, met de camera in het center gemonteerd, volstaat al en deze kan je zelf maken. De positie van de horizon wordt bepaald door kantelen van het geheel.
Wil je ook verticale opnames maken met deze beugel (zie verder) dan zou je nog een verticaal stuk zijdelings op deze beugel moeten monteren om de camera zo terug in het center te kunnen vastzetten. Het ontwerp wordt al gecompliceerd. Met een L-plate onder je camera kan je zo wisselen van horizontaal naar verticaal.

Panoramas revisited sh77 04

Met een professionele panoramabeugel kan je alle merken camera’s precies in het center afregelen en ook de nodige verstellingen maken voor het vinden van het nodal point.

Hoe regel je nu die beugel zodat je roteert rond het nodal point? Zoek twee verticalen. Zet nu je camera op de panoramabeugel en verplaats je statief (waterpas zetten) tot beide op één lijn liggen aan de ene kant van je zoeker. Verdraai naar de andere kant en kijk of de lijnen t.o.v. elkaar verschuiven. Indien ja, verschuif de beugel met camera/lens naar voor of achter en doe opnieuw dezelfde handeling. Op een bepaald moment zullen beide zowel links als rechts in de zoeker op één lijn blijven. Dat punt kan je markeren op de beugel. Je hebt dan voor dit objectief of zoombereik bij een zoomlens het nodal punt gevonden.

Ieder ander objectief (of brandpunt bij een zoomlens) heeft een ander nodal point, dus zal je deze oefening een aantal keren moeten herhalen.
Tip: gebruik live view, dit gaat echt vlot.

Beeldformaten

Hoog tijd om even uit te weiden over beeldformaten. De meeste enkelvoudige beeldformaten zijn iedereen wel gekend. Het 2/3 formaat is een van de meest voorkomende. Daarnaast heb je ook nog het 4/3 en 16/9 formaat. Vooral dat laatste doet al denken aan een panorama. Het is eenvoudig te croppen uit een beeld.
Na het samenstellen van je pano uit een aantal losse beelden is je beeldverhouding nu langer dan hoger. Een vaste regel voor het formaat is er niet maar verhoudingen die prettig ogen liggen tussen 1:2 en 1:3. Uit de analoge wereld had je speciale camera’s die in panoramaformaat konden opnemen zoals de Fuji 617 of ook merken als de Hasselblad x-pan of Noblex. Een 6/17 formaat is nog altijd gangbaar.
In de huidige digitale wereld ben je niet meer gebonden aan een vast formaat en kunnen we croppen zoals gewenst.
Bovenstaande spreekt enkel over verhoudingen die in lengte langer zijn dan in hoogte. Niemand beperkt je tot deze keuze en ook een verticale panorama is mogelijk. Je onderwerp zal zich hiertoe moeten lenen maar het kan zeker (waterval, hoge rots,…).

Panoramas revisited sh77 05

Opeenvolgende beelden hoeven zelfs niet allemaal op dezelfde rij te liggen. Je kan een reeks beelden nemen (horizontaal) en vervolgens de camera met beugel lager (of hoger) zwenken (weerom met 30% overlapping) en in tegengestelde zin terug roteren naar je beginpunt. Zo heb je niet één maar twee rijen horizontale beelden (nog meer kan) om tot een breedbeeld samen te stellen. We spreken in dit geval van een matrix panorama.
Kan je bij enkelvoudige panorama’s nog uit de voeten zonder panoramabeugel, bij dergelijke matrix pano’s lukt dat niet meer.   

Wat alle panorama’s met elkaar gemeen hebben is dat de resolutie flink wordt opgeschroefd. Je 20 Mpixel camera wordt er plots een van 50 of nog meer. Natuurlijk is er nog een verschil in de kwaliteit met b.v. een mediumformaat camera. Je beelden kunnen zo groot worden dat de naam gigapixel wordt gehanteerd. Het zal bijgevolg mogelijk worden om supergrote afdrukken te maken zonder kwaliteitsverlies. Toch een van de grote troeven.  

Horizontaal of verticaal?

Er is geen verschil tussen horizontale of verticale opnames bij het samenstellen van een panorama. Wat wel telt is dat je bij horizontale opnames sneller een langer eindresultaat bekomt. Vanaf vier of meer opnames wordt het eindresultaat soms (te) langgerekt en begint op een sigaarvorm te gelijken.  
Verticale beelden hebben als voordeel dat je minder snel die te lange verhoudingen bereikt

Panoramas revisited sh77 06

Snel een drietal-beelden na elkaar schieten gaat echt vlug en het resultaat kan super zijn.
Het hangt af welk breedbeeld je voor ogen hebt. Dit is moeilijk in te schatten. Een karton kader met een uitsnede op 6/17 kan helpen. Neem steeds meer in beeld dan de compositie die je in gedachten had. Er is altijd verlies aan de randen en croppen kan nadien ook nog. Heb je beeldinhoud te kort dan is toevoegen niet mogelijk.

Objectieven

 Geen probleem, met vrijwel elk objectief zijn panorama’s te schieten. Het resultaat hangt in hoge mate af van het brandpunt. Groothoeken nemen meer op in hetzelfde beeld zodat er weinig opeenvolgende foto’s van doen zijn. Ze accentueren de voorgrond. De achtergrond echter wordt kleiner afgebeeld. Ideaal voor vlakke landschappen om toch wat diepte te creëren.

Telelenzen doen net het tegengestelde. Ze hebben een nauwere beeldhoek en nemen weinig beeldelementen op. Er zullen meer foto’s nodig zijn om hetzelfde panorama te maken. De details in beeld worden wel groter afgebeeld en het beeld wordt meer samengetrokken. De achtergrond lijkt normaal tot groter weergegeven.
Normale objectieven liggen hier zowat tussenin.

Panoramas revisited sh77 07

We gaan er nog steeds vanuit dat je statief waterpas staat (horizontaal) en de camera ook waterpas (H.&V.) is uitgelijnd. Op die manier wordt de horizon als een rechte lijn afgebeeld. Kantel je nu echter de camera dan wordt deze in de pano niet meer als een rechte maar als een kromme lijn weergegeven. Ook vervormingen aan de beeldranden kunnen een rol spelen. Dit effect wordt sterker bij kleinere brandpuntsafstand. Dit is het normale verschijnsel van perspectief vervormingen bij groothoekobjectieven.
Ook hier corrigeert de software (of dat doe je gedeeltelijk zelf) achteraf. (zie foto werkwijze)
Een vast objectief heeft minder fouten dan een zoomobjectief. Vervormingen, chromatische aberraties (kleurranden) kunnen een rol spelen op de kwaliteit van het panorama. Een eenvoudig vast brandpunt van vb 50mm is een zeer goed uitgangspunt. Deze lenzen zijn niet duur en kwalitatief goed. Hogere brandpunten kunnen zeker maar je zal dan meer beelden moeten opnemen om eenzelfde beeldhoek te bestrijken in je breedbeeldfoto.
Stel dat je tot 35mm nog weinig problemen tegenkomt. Experimenteer gerust met groothoek.
Zoomlenzen kunnen zeker ook ingezet worden. Vermijdt de beide uitersten van de brandpuntsafstand gezien deze doorgaans het slechtst presteren tenzij je met topmateriaal aan de slag gaat.
Diafragmeer tot tenminste f/8 of f/11, openingen waarbij de lens het best presteert. Stel van tevoren scherp en zet voor alle opnames de autofocus uit.
Panorama’s waarin beelden zijn verwerkt met focus-stacking zijn ook mogelijk.

Panoramas revisited sh77 08

Belichten

 Belichting van de losse opnames volgt dezelfde regels als landschappen fotograferen. Gezien je een breed bereik bestrijkt, meet op meerdere plaatsen om zo tot een gemiddelde te komen qua belichting. Probeer altijd met de helderste opname te starten of in elk geval hierop je belichting af te stemmen. Zo werk je geleidelijk naar opnames die minder helder zijn en wordt overbelichting vermeden.

Panoramas revisited sh77 09

Werk manueel, zo wordt de meter niet beïnvloed door verschillen tussen de beelden. Bij veel contrast kan een grijsverloopfilter uitkomst bieden en ook hdr technieken kunnen helpen al krijg je dan veel beelden om te verwerken.
Eveneens belangrijk is de witbalans, neem een vaste waarde en zeker geen automatische witbalans.

Fotografeer in raw, maar dat doe je toch al! Geef alle beelden eenzelfde bewerking in de raw convertor.
Bewegingen van elementen in de verschillende beelden (wolken, takken, mensen of dieren) leiden soms tot spookbeelden, kan ten dele door het programma worden aangepakt, soms valt het resultaat best mee.
Vermijdt ten slotte een polarisatiefilter, de kleurverschillen in de lucht zijn vaak niet meer op elkaar af te stemmen.
Vergeet bovenal het belangrijkste niet, licht in landschappen maken het beeld.

Panoramas revisited sh77 10

Software- Stitching

Een grote keuze aan programma’s is voorhanden, van gratis tot duur. Ondoenbaar om deze allemaal op te sommen, laat staan ze te bespreken. We beperken ons tot enkele van de belangrijkste.
Wat ze allen gemeen hebben is dat ze overeenkomsten zoeken in de overlappende beelden (controlepunten) en deze zo vervormen tot ze naadloos aansluiten.
Door de rotatie bij het fotograferen creëren we een cilinderperspectief. Deze wordt echter op een plat vlak getoond zodat er eigenaardige curven kunnen ontstaan. De betere software laat je een aantal keuzes wat betreft de projectiemethode en ook de controlepunten kan je beïnvloeden. Verder wordt een blending toegepast op de verschillende beelden zodat kleuren naadloos in elkaar overvloeien. Soms wordt ook een deghosting of bewegingscompensatie losgelaten.
De gratis programma’s zijn meestal sterk geautomatiseerd. Valt meestal goed mee. Autostitch, Hugin en Microsoft ICE om er enkele te noemen.
Photoshop en Lightroom waar je al waarschijnlijk toch al mee werkt, hebben de afgelopen jaren steeds betere mogelijkheden ingebouwd om van losse beelden een panorama te maken.

Panoramas revisited sh77 11

Vaak heb je niets meer nodig maar soms gaat het toch eens mis, zonder aanwijsbare reden. Geavanceerd zijn de programma’s PTassembler en PTgui. Hou rekening met een steile leercurve en geen automatische handelingen. Als PS de bal mist kom ik altijd terug naar PTassembler, dat geweldige resultaten geeft.
De puntjes op de i zet je altijd zelf. Nog een weinig croppen, Nog even een aanpassingslaag met curven, toch dat paars kleurrandje wegwerken. Misschien wel het belangrijkste kenmerk is een rechte horizon.
Het moment suprême dat je het nieuwe panorama mag aanschouwen is altijd weer een verrassing. 

Panoramas revisited sh77 12

Stappenplan

Nog even in het kort de ideale werkwijze:

  1. Visualiseer je compositie en probeer in te schatten hoeveel beelden dit vereist.
  2. Statief waterpas op de keuze van standpunt. Ook camera pas zetten (opzetwaterpasje of digitaal waterpas)
    Panoramabeugel gebruiken in functie van wel of geen voorgrond- hangt samen met keuze brandpunt. Denk bij tele’s aan stabiliteit.
  3. Bepaal het scherpstelpunt dat alles scherp wordt en zet vervolgens de autofocus uit.
  4. Meet op verschillende punten binnen je compositie en kies een gemiddelde belichting. Belicht manueel en gebruik geen pola filter, grijsverloop kan wel.
  5. Maak opnames met voldoende overlap en neem ook meer in beeld dan de gekozen compo, daar er altijd wordt bijgesneden. Reken horizontaal op een 3à4 beelden, verticaal 4à7, soms meer.
  6. Gebruik best altijd een draadontspanner.
  7.  Tip: Voor het geval je toch uit de hand fotografeert, zet je duim omhoog en laat daar je objectief op rusten en roteren.