Natuurfotograaf Marc De Schuyter

Technieken in macrofotografie

De kleine scherptediepte bij macro’s speelt niet altijd in je voordeel. Maar dankzij digitale technieken kan je flirten met de natuurwetten en een overvloed aan detail aan je beelden toevoegen. Zowel bij opname als in bewerking achteraf valt heel wat te corrigeren. Meer weten? Lees vooral verder!

Artikel verschenen in Shoot nr 81.

Technieken in macro Sh 81 Foto 01

 

Voornamelijk zal dit artikel over scherptediepte in macrofotografie gaan en hoe je dit kan beïnvloeden. Daarbij is een zekere voorkennis van macro nodig, het zou te ver leiden om alles nog volledig te bespreken. Als geheugensteun kan je het artikel over de algemene aspecten van macrofotografie eventueel nog eens doornemen uit het Shoot 54 (het is ook opgenomen in het Shoot Jubileumboek), mocht dat nodig blijken.

Wie zich al eens aan een macro-opname waagt, weet dat naarmate je dichter bij je onderwerp komt, de scherptediepte drastisch vermindert. Dat hoeft geen nadeel te zijn. Om bepaalde aspecten van je onderwerp extra in de spotlight te zetten is dit ideaal. Het merendeel van macrobeelden is hierop gebaseerd. Door het toepassen van de techniek genaamd focus stacking neem je meerdere beelden van hetzelfde onderwerp maar telkens met een opeenvolgend focuspunt. Computeralgoritmes maken hier nadien één foto van met behoud van enkel de scherpe delen uit alle afzonderlijke beelden. Een geweldige detailrijkdom is het resultaat. Ook bij landschappen vindt dit toepassing, zij het met veel minder beelden.
Net rond en voorbij ware grootte liggen massa’s uitermate boeiende onderwerpen. De meeste macrolenzen houden op bij 1:1 of ware grootte. Je kan hier echter aan voorbij gaan. Met de tips die volgen lees je hoe, zonder dat dit een aanslag is op je portefeuille.
Tot slot kan je met samengestelde beelden een macrofoto maken die niet enkel de detailweergave vergroot, maar er tevens voor zorgt dat je achtergrond niet opdringerig wordt. Bovendien is het mogelijk om je te bevrijden van het keurslijf van vaste verhoudingen, zoals 2:3 bij kleinbeeld.

Technieken in macro sh81 02

Focus stacking- opnames

Het idee is geweldig, met zoveel scherptediepte als nodig maak je een foto van je onderwerp. De uitwerking is moeilijker, maar mits je enkele vaste regels volgt, is het best te realiseren. Een waarschuwing vooraf: als je niet bereid bent om nadien retouchewerk te verrichten, is deze techniek niet voor jou. Precisie en geduld zijn cruciaal om goede resultaten te bekomen.
Eenmaal je onderwerp gevonden, kan je aan de slag. Bepaal welke delen van je beeld scherp moeten zijn, hiermee is je eerste en laatste beeld gekend. Meestal zal de scherpte zich over meerdere millimeters uitstrekken. Dat is met een enkel beeld, zelfs met een klein diafragma, niet te realiseren. Het eerste beeld is dat waarbij het dichtste onderdeel van je onderwerp scherp is. Hierna verleg je de scherpte iets verder en neem je een volgende opname. Dit proces herhaal je tot het verste onderdeel dat je scherp wil zien is vastgelegd. Zo beschik je nu over een ‘stapel’ (stack) beelden die je met software over elkaar legt. Vervolgens haalt deze uit elk beeld de scherpe delen met als eindresultaat een beeld met het ganse onderwerp gestoken scherp.
Het spreekt voor zich dat deze techniek enkel voor statische beelden in aanmerking komt. De minste beweging in je onderwerp resulteert in een spookbeeld van je onderwerp.
Wind, altijd al een vijand van macrofotografie, is nu nog nefaster. Fixeer het onderwerp met klemmetjes om het zo stil mogelijk te houden als dat mogelijk is. Een paraplu of een windscherm kan hetzelfde effect opleveren.
Naarmate je ervaring groeit, is een experiment met beweeglijkere onderwerpen zoals insecten mogelijk. Soms heeft een insect in het resultaat drie voelsprieten of een poot te veel. Zaak is dan om deze foutjes weg te retoucheren in de beeldbewerking. Soms kan een beeld uit de stapel de redding zijn.  
Hou er ook rekening mee bij het kadreren dat je onderwerp van grootte zal veranderen. Bij elk opeenvolgend beeldje wijzigt immers de weergave van je onderwerp in beeld. Laat dus voldoende ruimte over, zo voorkom je dat een stuk onderwerp wordt afgesneden.
Een ander belangrijk aspect is de grootte van de stapjes waarmee de afzonderlijke beelden worden geschoten. Afhankelijk van de vergroting en diafragma zal een bepaalde scherptediepte optreden. De afstand tussen de afzonderlijke beeldjes moet immers iets kleiner zijn dan deze scherptediepte zodat we een zekere overlapping van scherpte krijgen. Enkel zo is een continue scherpte gegarandeerd. Is de stapgrootte te klein, dan heb je meer beelden te schieten met het risico van beweging. Is deze te groot, dan krijg je sprongen in de scherpte wat heel onnatuurlijk oogt. Uiteraard is dit niet meer te redden.
Met een calculator bepaal je wat de scherptediepte bij de toegepaste vergroting en diafragma is. Kies daarbij de stapgrootte iets kleiner. Dat deze afstand tussen de beelden soms maar enkele tienden van een mm bedraagt toont aan dat je naar speciaal materiaal zal moeten grijpen.
Tip: De vergrotingsmaatstaf waarmee je fotografeert is een nuttig gegeven dat je verder kan aanwenden om de stapgrootte van de stack te bepalen via een calculator. Zonder al te veel formules te gebruiken, hou een latje voor je combinatie. Meteen zie je bij benadering welke vergroting je combinatie oplevert.

Het aantal beelden in een stack is relatief. Soms volstaan drie beelden, het kunnen er evengoed twintig of nog meer zijn.

Technieken in macro sh81 03

Hardware

Een stevig statief biedt de nodige stabiliteit en precisie van compositie. Gebruik een draadontspanner in combinatie met een opgeklapte spiegel of met liveview. Een balhoofd of driewegkop is verder volledig persoonlijk.
Met de macrolens lukt het ook om de stapjes tussen de foto’s te maken. Hoe langer de instelslag, hoe nauwkeuriger. Autofocusobjectieven zijn hier in het nadeel daar deze een zeer korte instelslag hebben. Gebruik de autofocus niet. Het voorkomt verrassingen wegens scherpstellen op verkeerde zaken.
Veel nauwkeuriger werkt een focusrail, waarvan er verschillende modellen beschikbaar zijn. Ze zijn een hulp bij het precies scherpstellen en niet elke lens heeft een scherpstelring (balgobjectieven).
Er zijn modellen gebaseerd op een zwaluwstaartgeleiding en modellen met glijlagers die langs twee assen bewegen bestaan ook. De beweging gebeurt met een draagstang of met een tandwiel. Zelfs een micrometer komt voor zodat verschuivingen van 0,01 mm mogelijk zijn. Als je bedenkt dat de scherptediepte bij 1:1 en f/8 0,96 mm is en bij 2:1 nog slechts 0,24 mm bedraagt, dan is een precies gereedschap geen overbodige luxe.
Er bestaan zelfs volledig geautomatiseerde focusrails met stappenmotortjes die je elektronisch kan programmeren. Camera neemt beeld, rail verschuift de ingestelde stap, camera neemt een volgend beeld enzoverder. Ideaal voor insectenportretten bestaande uit honderd(en) beelden.
Wil je voorbij ware grootte fotograferen dan zijn er meerdere mogelijkheden. 
Door het bijvoegen van tussenringen ga je voorbij de grens van 1:1 van je macrolens. Tussenringen zijn relatief goedkoop en veelzijdig inzetbaar. Dat er langer belicht moet worden is dan weer een nadeel.
Een objectief omgekeerd voor een macro- of telelens bezorgt je ook een aanzienlijke winst in vergroting. Ringen met aan weerszijden schroefdraad zijn beschikbaar zodat je de twee lenzen zonder problemen kan koppelen. Met omkeerringen zet je een lens omgekeerd voor de camera, wat hetzelfde effect teweegbrengt. Analoge standaardlensjes met een manuele diafragmaring – voor een prikje te vinden tweedehands – zijn hier uitstekend geschikt voor.
Een bijzondere vorm van macrolenzen zijn de zogenaamde balgobjectieven. Ze zijn zeer compact, hebben geen scherpstelling en zijn enkel te gebruiken met balgen of tussenringen. Nu lijkt een balg niet zo praktisch in het veld, maar persoonlijk gebruik ik deze combinatie wel. Er zijn modellen met tilt-shiftfunctie wat bijzonder praktisch is in macrofotografie. Het laat toe het scherptevlak onder een hoek te leggen in plaats van evenwijdig met de sensor zoals je in mijn artikel over tilt-shifttechnieken in Shoot 80 hebt kunnen lezen. Balgobjectieven zijn al jaren tweedehands te vinden met diverse vattingen en zelfs nog met schroefdraad. Met wat vindingrijkheid van adapters en aanpassingsringen gebruik je ze ook op je huidige toestel.
Eveneens tweedehands te vinden voor weinig geld zijn vergrotingslenzen. Deze lenzen zijn compact, uitstekend gecorrigeerd en ze hebben een kleine beeldwelving – net wat we zoeken in macrofotografie. De schroefvattingen M39 en M43 komen vaak voor en zijn vlot op tussenringen en balgen te gebruiken. Een voorbeeld van dergelijke lens is de Schneider-Kreuznach Componon 50mm f/2.8 – deze is voor nog geen 100 euro te vinden.
Iets duurder is dan weer de Canon Macrophoto lens 35mm F2.8. Dit bellows-lensje is inmiddels veertig jaar oud, maar presteert beter dan sommige huidige aanbiedingen. Canon biedt tegenwoordig ook een speciale macrolens aan, de MP-E 65mm, die heel praktisch opereert tussen 1:1 en 5:1. Wil je nog verder, dan zijn er de zogenaamde microscoopobjectieven. Hier wordt het wel heel specialistisch en de apparatuur is er dan ook naar. Men spreekt ook wel van extreme macro.
Bedenk dat elk objectief opereert binnen een bepaald optimum van vergroting. Ga je daarbuiten, dan krijg je snel beelden met een mindere beeldkwaliteit. Lenzen presteren soms beter door ze omgekeerd te gebruiken. Is bij normale fotografie de afstand tot het onderwerp groot, dan is deze bij macro klein. Het objectief is op deze grote afstanden gecorrigeerd. Draai je de lens om bij macro, dan zijn deze verhoudingen weer in balans.

Technieken in macro sh81 04

Software

Met je stapel beeldjes ga je vervolgens aan de slag. Natuurlijk is alles in RAW-formaat geschoten. Pas dezelfde bewerkingen toe in je standaard RAW-programma op alle beelden en laadt deze als afzonderlijke lagen in Photoshop. Na het uitlijnen van deze lagen pas je de bewerking zoals bij panorama’s toe maar hier kies je voor Afbeeldingen stapelen. Het programma neemt alle scherpe delen uit de afzonderlijke beelden en maakt daar een eindbeeld van. Niet zo moeilijk toch?
Verbluft van het resultaat? Dan heb je geluk. Weinig stacks zijn zonder problemen. Zie ook verder.
Photoshop is niet het enige programma dat deze beeldjes kan verwerken. Speciaal geschreven hiervoor zijn Zerene Stacker en Helicon Focus. Ze werken eigenlijk beter dan Photoshop, maar zijn niet gratis. Vooral de functies om fouten weg te werken zijn bij beide goed en specifiek uitgewerkt. Een bespreking zou ons te ver leiden maar als je je wil verdiepen in deze techniek, dan is een keuze tussen deze twee aangeraden. Er zijn ook gratis programma’s, waarvan Combine-ZP het bekendste is.  

Technieken in macro sh81 05

Stappenplan voor focus stacking

  • Bepaal je compositie en hou rekening met achteraf uitsnijden. Laat voldoende ruimte rond je onderwerp.
  • Uit de vergroting en diafragma volgt via een calculator de stapgrootte.
  • Wat je scherp wil zien, bepaalt de afstand waarmee alles verschoven wordt.
  • Neem alle nodige afzonderlijke beelden, manuele belichting en vaste witbalans aanbevolen.
  • Pas eenzelfde bewerking toe in je RAW-software en laadt alle beelden als lagen in Photoshop of ander programma.
  • Lijn alle lagen uit en kies daarna bij overvloeimethode voor afbeeldingen stapelen.
  • Retoucheer eventuele fouten en snijd de opname bij. Let hierbij op de lelijke randen die soms voorkomen bij deze techniek.

Technieken in macro sh81 06

Waar loopt het fout?

Er kan geweldig veel mislopen, zowel bij de opname als tijdens de bewerking. Fouten komen voor door (gedeeltelijke) beweging in je onderwerp bij opname. Dit heb je niet steeds in de hand en zo kan het voorkomen dat een voelspriet van een insect in drie of meer verspringende stukjes wordt weergegeven.
Structuur die normaal scherp dient te zijn en zich achter een ander aspect bevindt (zoals een stengeltje of een insectenpoot) is rond de overgang plots onscherp.
Een stevige opstelling voorkomt bewegingsonscherpte door de opname. Sluitertijden van 1/15-1/8 seconde werken trillingen in de hand, best te vermijden. 
De kans op fouten bij het kruisen van onderdelen in je onderwerp kan ook. Poten en voelsprieten, stampers en meeldraden zijn allemaal onderdelen in onderwerpen waarmee het grondig kan mislopen.
Verder zijn fouten in de stapjes tussen de beelden ook mogelijk. Als je repetitief twintig of meer beelden achter elkaar moet maken en telkens doorschuift naar het volgende is de kans op een vergeten beeld reëel.
Dit resulteert in onscherpe lijnen, waardoor het resultaat afschuwelijk onnatuurlijk oogt. 
Een resem aan retouchemiddelen zit in er in de genoemde fotosoftware waarmee je aan de slag kan om deze onvolkomenheden te verhelpen. Klonen, kopiëren, verschuiven – het doel heiligt de middelen om je opname te redden. Soms is het nodig om een beeld uit de stapel terug op te roepen om een stukje ervan te klonen in het resultaat. Hier zijn de betalende programma’s in het voordeel met voor dit doel ontworpen functies.    

Technieken in macro sh81 07

 

Tilt-shift?

Ook in macrofotografie kan je gebruikmaken van tilt-shift. Het leggen van het scherptevlak naar die aspecten van interesse is immers een groot voordeel.
In het vorig artikel over "tilt-en shiftlenzen revisited" heb ik dit uitvoerig besproken, zodat ik dat hier niet verder bespreek.

Tilt-shiftobjectieven met eventueel tussenringen zijn niet de enige manier om dit te bereiken. Ook sommige balgen bieden deze mogelijkheid. Eén opmerking: de hoeveelheid aan tilt is veel groter dan bij normale opnameafstanden. Het objectief zal een voldoende grote beeldcirkel moeten hebben, zodat er geen vignet optreedt. 

Technieken in macro sh81 08

Technieken in macro sh81 09

Samengestelde beelden of panorama’s

Waarom zou je in godsnaam de moeite nemen om een onderwerp op te nemen met verschillende afzonderlijke beelden bij deze kleine onderwerpen?

Het vergt wat inlevingsvermogen om dit te vatten. Stel, je hebt een cactus die bloeit met een cirkel aan bloemen. Een enkele beeldvullende opname lukt wel maar de achtergrond wordt wel opdringerig. Bovendien zit het onderwerp niet zo lekker in het formaat, zowel horizontaal als verticaal. Je kan nadien bijsnijden, juist, maar die achtergrond los je zo niet op.
Ga dichter naar je onderwerp tot het niet meer in een enkel beeld past. Door de gestegen vergroting is de achtergrond veel zachter, onscherper geworden. Neem nu twee of meer beelden als een panorama op (hetzij door rotatie, hetzij door shift) en zet ze aan elkaar in Photoshop. Het resultaat is een weergave die veel meer details bevat én een rustige achtergrond. Je kan deze techniek ook combineren met focus stacking. Maar zo wordt het ingewikkeld, hoewel het eindresultaat soms verbluffend is. Is er door een combinatie van objectieven een vaste vergroting en past je onderwerp niet in beeld, dan is deze techniek ideaal. Het is in feite een stitchen van macrobeelden.

Technieken in macro sh81 10
Panorama’s of beter macrorama’s zijn door de kleine opnameafstand niet zo eenvoudig. Hier is de techniek van shift in het voordeel, omdat het fouten die optreden bij rotatie elimineert (zie het artikel over panorama’s in Shoot 77).
Zo kan je ook af van de vaste beeldverhouding van je camera zonder een inboeten aan megapixels zoals bij klassiek croppen. Het resultaat is een beeld waarop je heel ver kan inzoomen met behoud van detail.   

Technieken in macro sh81 11

Technieken in macro sh81 12

Natuurlijk licht en effectieve diafragma’s

Macro’s rond en voorbij ware grootte hebben allemaal te kampen met dezelfde problemen, namelijk licht en scherptediepte. Een opname bij 1:1 resulteert in een toename van de sluitertijd met een factor 4! Dit komt overeen met het diafragma maal 2. Je mag stellen dat het effectieve diafragma waarmee je fotografeert met een factor 2 is vermeerderd. Bij 2:1 is deze factor 3 enzoverder. Dit wordt meegenomen in je lichtmeting. Diffractie komt echter roet in het eten gooien. Vandaar dat de toegepaste diafragma’s bij deze vergrotingen beter aan de lage kant blijven, zoals f/4 of f/5.6.
Redeneer dus niet om het tekort aan scherptediepte te compenseren, draai maar het diafragma meer dicht. Beter is dan de techniek van focus stacking toe te passen.
Compensatie van een tekort aan licht kan je ook oplossen met flitslicht. Dit verlost je eveneens van de problemen die langere belichtingstijden met zich meebrengen. Persoonlijk hou ik hier niet van. Niets kan tippen aan natuurlijk licht en het gedoe met flitsjes en kabels vind ik maar niks.
Ook de keuze van onderwerpen speelt hierbij een rol. Spectaculaire stacks van insecten met soms honderd of meer beelden hebben een nadeel: al deze beesten zijn dood. Lijken fotograferen boeit me niet zo. Daarom zie ik af van dergelijke opnames. Zit er dan toch een beeld tussen dat niet lukt door beweging of zo, dan zie ik liever af van de opname.
Naarmate de vergroting stijgt, vergroten ook de problemen om scherpe opnames te bekomen.
Technieken in macro sh81 13

Nuttige links

Dit artikel heft de sluier wat op over dit boeiend onderwerp. Er zijn tal van websites te raadplegen die een schat aan informatie bieden, maar enkele daarvan kan ik jullie aanbevelen:

Technieken in macro sh81 14