Ja, natuurlijk maak je zulke mooie beelden, met dergelijk materiaal! Menig leek oppert dit als verdediging op de schitterende foto’s te zien bij de collega’s. Nochtans is nog nooit een lens uit mijn rugzak gekomen om zelf een foto te maken. Dat was zo ongeveer de boodschap, te lezen in één van de bijbels van de natuurfotogra fie van de Amerikaanse fotograaf John Shaw. In zijn eerste boek met de ronkende titel “The nature photographers complete guide to professional field techniques”, midden de jaren 80 verschenen, kon zowel de beginnende als de gevorderde fotograaf een schat aan informatie en praktische tips opsteken. Volledige analoge fotografie- stel je voor “Kodachrome”- maar verder nog steeds super als educatie, met een portie nostalgie. Toen was er nog geen internet, zie je? Weliswaar in het Engels, Nederlandstalige uitgaven waren toen zo goed als onbestaande. Heden is trouwens ook nog meer informatie in het Engels dan in het Nederlands te vinden. Over materiaal zijn al vele boeken en websites gemaakt. Uiteraard is het belangrijk en zonder degelijke hardware zal de kwaliteit van je beelden zeker niet zo hoog scoren. Geloof echter niet dat de betere apparatuur ook garant staat voor de betere beelden! Een goede fotograaf zal met het mindere materiaal betere foto’s maken dan een leek met een professionele uitrusting. Maak een vergelijking met racewagens. Een F1 piloot zal het van je winnen, zelfs al heb je de betere auto.
Ik zal het maar meteen toegeven : Ik ben zot van lenzen! Het is mijn overtuiging dat specifieke opnames, specifieke lenzen vereisen. Uit mijn analoge Contax periode, voor 2007, had ik al een aardige verzameling aan manuele lensjes. Deze vinden ook in de digitale wereld nog toepassingen. De huidige Canon digitale periode is uiteraard ook aangevuld met autofocus en andere objectieven. Meer dan drie decennia lang op dia materiaal werken laat zijn sporen na. Was vroeger de combinatie objectief-film doorslaggevend voor kwalitatief goed eindmateriaal, de camera deed er minder toe, dan is de factor film nu vervangen door de digitale camera (lees sensor). Hoewel in principe het fotograferen hetzelfde is gebleven zijn de aangeboren principes van vroeger minder van toepassing. Het precies kadreren was een must bij fotografie op dia film. Een beetje croppen zat er toen niet in. Ik betrap mezelf heden meer en meer op een soort luiheid, eigen aan het digitaal fotograferen. Dat paaltje snij ik wel van het beeld. Zoomlenzen zijn hier ook een voorbeeld van. Zonder van standpunt te wisselen maak je een perfecte uitsnede. Anders was het met vaste brandpunten... Ook de snelheid, veelzijdigheid (iso wijzigen vb.) en vooral het bijna onmiddellijk beoordelen van het resultaat maken dat ik de stap terug naar analoog niet meer zou willen zetten.
Alles opsommen, m.a.w. “What’s in the bag?” lijkt me niet zinvol. Het ontmoedigt tevens de beginnende fotograaf in zijn zoek- tocht naar kennis. Bovendien is lenskeuze persoonlijk en ook afhankelijk van veel factoren: een landschap vraagt een andere lens dan een opname van een bloem of een vogel. Onderwerpen wisselen nogal eens in de loop van een seizoen, dus ook de keuze aan lenzen die je meeneemt op tocht. Dan hebben we nog niet eens gesproken over camera’s, filters, statieven, balhoofd...
Bezoek zeker ook eens de reeks artikels, waarvan er af en toe eentje zal handelen over het gebruik van specifiek materiaal.