Natuurfotograaf Marc De Schuyter

Paddenstoelen fotograferen met de groothoek

Als er nu een onderwerp is dat ik echt kan aanbevelen aan de voorzichtig beginnende natuurfotograaf, dan is het wel de paddenstoel. In het juiste seizoen hoef je niet eens een grote inspanning te doen om ze te vinden. Een voorbeeldje om je warm te maken? Ziehier een klassieker onder de paddenstoelen, de vliegenwzwam, vergezeld van enkele companen.

Heerlijk, de speurtocht alleen al, langs kwistig met blaadjes bestrooide, geurige bospaden. Nevel opstijgend uit de mulle bosgrond, opgewarmd door een aarzelend herfstzonnetje. De zon verliest immers met de dag aan kracht, we zakken dieper en dieper naar de winter. Maar voor we zover zijn is er nog heel wat te beleven. Langs die paadjes nu, op afgevallen takken, oude boomstronken of in mosbankjes, individueel of in groepjes groeiend, kan je zoeken naar paddenstoelen. De variatie in verschijningsvormen is enorm. Vergis je niet in de zin over de beginnende fotograaf, het is een opgave om van deze ogenschijnlijke banale onderwerpen een boeiende opname te maken. De eerste reflex die te binnen schiet is “haal de macrolens boven”. Ook de reflex natuurlijk :-),. Een reflex is de basiscamera waarop dit artikel is gebasseerd, met een compact-camera wordt het niet onmogelijk maar moeilijker. In plaats van die macro, haal eens je groothoek boven. Het brandpunt? Maakt niet uit, alles vanaf 35mm, 28, 24 of nog wijder komt in aanmerking, zowel zoom als vast brandpunt. Als ie maar lekker dicht scherpstelt. Deze brandpunten zijn gebaseerd op full-frame, fotografeer je met een crop-camera, dan zal je een omrekening moeten doen volgens je model. In de tijd toen de dieren nog spraken, maw, toen er nog analoog werd gefotografeerd, had ik al enkele vaste brandpunten. Compacte lensjes volledig in metaal die toen al deel uitmaakten van mijn vaste uitusting. Niettegenstaande de exellente kwaliteit van veel huidige zoomlenzen, vind ik deze lensjes nog steeds optisch superieur en ik maak dan ook nog veelvuldig gebruik van deze oude alternatieve juweeltjes. Volledig manueel, zowel scherpstelling als diafragma zijn deze objectieven, wat je dwingt om het ganse proces dan ook zo in te stellen. Door het gebruik van de groothoek komt veel meer van de achtergrond mee in beeld, wat nu net dat extra oplevert. Het perspectief zorgt er nu ook voor dat je onderwerp, uiteraard dicht in in beeld genomen, pas echt naar voor springt. Niet enkel fotografeer je je onderwerp maar je zet ook meteen zijn biotoop te kijk. Noem het gerust een dichtbij- opname met de groothoeklens. 

Dat de weergave van achtergrond niet steeds gestoken scherp is, hoeft niet, is zelfs wenselijk. Die gestoken scherpte blijft voor de paddenstoel(en) voorbestemd. Het zou trouwens zo goed als onmogelijk zijn om zowel voor-als achtergrond scherp af te beelden, althans zonder gebruik te maken van speciale technieken. Het objectief heb je al scherp gesteld voor dichtbij, de zwam staat immers vlak voor je lens. Je kan natuurlijk nog spelen met het diafragma om de scherpteweergave van de achter- grond te beïnvloeden. Persoonlijk vind ik dat deze vorm van fotograferen het meest gebaad is met handmatige scherpstelling. Schakel dus de autofocus uit. Ook de kwaliteit van de onscherpte speelt een belangrijke rol. Deze wordt doorgaans aangeduid met de naam bokeh. Menig duur objectief dankt zijn naam aan de weergave van de onscherpte of de bokeh dus. Een nadeel van de huidige digitale reflex is dat het matglas doorgaans niet geschikt is om manueel scherp te stellen.

Korte noot over de groothoek: het is een misvatting om te stellen dat een groothoek een grotere scherptediepte biedt dan een langer brandpunt. Wanneer de instelafstand bij beide objectieven ongelijk is, maar de afbeeldingsmaatstaf gelijk, dan is de scherptediepte ook gelijk. Het enige dat in deze situatie dan verandert is het perspectief. Er komt dus meer achtergrond mee in beeld.

Sommige modellen laten echter toe een ander matglas te installeren, waardoor je beter handmatig kan scherpstellen. Zie ook bij live-view. Niet alle zwammen laten zich op deze manier fotograferen. Paddenstoelen die in grassen of andere drukke achtergronden voorkomen, zijn totaal ongeschikt om op deze manier te worden gefotografeerd. Het worden overdrukke rommel- plaatjes. Enkel van zwammen voor een egale achtergrond zijn op deze manier wel speciale foto’s te maken. De weergave van de perspectief van het groothoekobjectief zorgt hier oa voor. Zoals altijd is het niet enkel de toegepaste lens die zaligmakend is. Het is aan de fotograaf om met de combinatie van compositie, licht, standpunt en onderwerp iets aan te vangen dat tot een boeiend geheel leidt.

Hoe ga je nu te werk?

Eenmaal een geschikt onderwerp gevonden, loop errond, bekijk, besnuffel en bestudeer het en bekijk eveneens de verhouding ervan tegenover de achtergrond en dit op verschillende hoogtes, vanuit verschillende standpunten. Doe dit eerst zonder camera, en probeer hierbij in te schatten hoe je beeld eruit zou moeten zien. Probeer tevens een inschatting te maken van welk brandpunt je zal gebruiken. Een stelregel is hier niet te geven, maar als je uitgaat van het principe dat hoe groter de zwam(men) hoe groter de groothoek mag zijn, dan kom je al een eind verder. Wiskundig kan je dus stellen dat de grootte van de paddenstoel omgekeerd evenredig is met de brandpuntsafstand. De praktijk loopt soms anders en dat zie je natuurlijk direct bij het beoordelen van het beeld door de zoeker met de lens van je keuze, de volgende stap in het proces. In deze fase is de keuze van horizontaal of verticaal beeld ook belangrijk. Kan je niet kiezen? Maak beide opnames! Heb je eenmaal een standpunt met achtergrond van voorkeur, stel dan je statief zo goed mogelijk op. Ja, helaas, zonder statief kan het echt niet. Het helpt je bovendien om een evenwichtige compositie te bepalen en vast te houden. 

Het voordeel van deze onderwerpen is dat ze niet bang zijn, smelten of wegvluchten. Je hebt alle tijd om rustig je ding te doen. 

Een reflectieschermpje helpt ook al eens om net daar een weinig bijkomend licht te werpen, op dat donkere steeltje of op de onderkant van de hoed. Zowel de zilver- als de goudkleurige bewijzen hun nut. Een pola-filter heeft soms ook zijn nut om een schittering op blaadjes of een andere storende re- flectie te onderdrukken. Een klassiek voorbeeld hiervan zijn dauwdruppels. Deze kunnen een beruchte storingsfactor in beeld teweegbrengen. Soms lukt het met de pola om deze schitteringen in grote mate terug te dringen. De belichtingen gebeuren meestal bij vrij kleine diafragmaopeningen zoals f8, 11 of 16 en bij lage iso voor ruisarme foto’s. Daar de herfst niet gekend is voor een explosie aan licht, leidt dit onvermijdelijk tot lange belichtingen, gaande van 0,5 tot meerdere seconden. Weerom is het statief dus een must, een rijstzak kan natuurlijk ook. Deze laatste bezorgt je ook meteen een laag standpunt, geen sinecure soms, bij deze vaak op de grond groeiende zwammen. Wat ook uitermate nuttig is, is een draadontspanner om trillingen tegen te gaan bij het ontspannen van de sluiter van de camera. Vergeet ook vooral niet om vooraf de spiegel omhoog te klappen, eveens een bron van veel trillingen. Ook de keuze van het statief kan belangrijk zijn. De meese paddenstoelen bevinden zich dicht tegen de grond. De keuze van je standpunt zal dus veelal al zo goed als vastliggen. Onderwerpen op ooghoogte opgenomen leveren doorgaans betere beelden. Een statief zonder midden- zuil, dat zeer laag kan, of eentje waarvan je de middenzuil kan omkeren, is noodzakelijk.

Deze laatste methode heb ik meermaals toegepast. Ik kan je verzekeren dat er toch wel comfortabeler standpunten bestaan dan met je kop tussen de statiefpoten te moeten zitten, in een po- ging om door de zoeker te turen. Gelukkig zie je nooit veel volk op deze uitstappen. Een driepoot zonder middenzuil is hier wel duidelijk in het voordeel.

Nog een kleinood dat meer dan eens je rug zal sparen, is een hoekzoeker. Het komt wel eens voor dat de camera zo laag wordt opgesteld dat je kin de bodem raakt om nog door de zoeker te kunnen turen. Dit toestelletje zorgt ervoor dat je van bovenaf door de zoeker kan kijken, wat veel comfortabeler is. Bovendien hebben veel modellen een vergrotende functie voor het middengedeelte van de zoeker, wat ook een hulp kan betekenen bij waar je precies de scherpte legt.

Graag nog een extra woordje bij de keuze van het diafragma.

Zoals al eerder uitgelegd dien je de scherpte uiteraard op je hoofdonderwerp te leggen. De keuze van het diaframa is van groot belang hoe scherp of onscherp de achtergrond wordt afgebeeld. Waren we vroeger enkel aangewezen op onze zoeker met de scherpediepteknop, waarbij het zoeker in die mate verduisterde dat je zo goed als niets meer zag. Het vergde al veel ervaring, door heel geleidelijk het diafragma te sluiten zodat een zekere gewenning ontstond, kon je min of meer een beoordeling maken van het uiteindelijke beeld.

Heden, met de digitale camera’s is een zegen voor de fotograaf geïntroduceerd: nl “Live view”. Dit laat je toe om te zien waar je de scherpte legt en ook hoe het beeld eruitziet bij diverse diafragma’s. Dit allemaal zonder door de zoeker te kijken. Je kan zelfs een gedeelte van je beeld eruitlichten en dit vergroot bekijken. Het matglas van de moderne digitale reflex, ontworpen voor autofocuslenzen, laat niet toe om gemakkelijk met de hand scherp te stellen. Live view vormt de oplossing. Maak gebruik van deze nieuwe technieken, je fotografie zal erop verbeteren. Bestudeer je beeld zorgvuldig en vooral hoe de scherpte op je onderwerp en de onscherpte op de achtergrond zich bij diverse diafragma’s manifesteert. Sluit je diafragma ook niet te ver (f22 en verder) anders krijg je last van diffractie, dit is onscherpte van het beeld doordat het licht door een zeer kleine opening wordt gedwongen. Kan je de keuze niet maken in het veld, maak dan meerdere beelden bij diverse instellingen van diaframa-openingen. Thuis kan je dan de beste keuze maken. Nog een voordeel van de digitale revolutie, meer beelden maken kost niet meer. Een bijkomend voordeel op je zoektochten, waarbij het zoeken wel het meest tijd in beslag neemt, is dat eens je de plekjes weet waar de paddenstoelen groeien, deze er het volgend jaar in veel gevallen opnieuw opduiken. Dezelfde tochten herhaaldelijk aflopen loont dus.

Dat je deze techniek niet alleen op paddenstoelen maar ook op planten en zelfs op dieren kan toepassen spreekt voor zich.

Het vermelden waard, hoewel niet meer tot een uitrusting van de beginner behorend, is het gebruik van een tilt&shift objectief. Hiermee kan je enorme creatieve beelden creëren. Dit is echter voer voor een ander artikel. Veel succes in de paddenstoelenfotografie en bij het determineren van je vondsten! Bekijk zeker nog eens de foto’s bij dit artikel ter verduidelijking, als je dat al niet in de eerste plaats gedaan had.

 

 

Natuurfotograaf Marc De Schuyter

Brignoleslaan 43

8700 Tielt

051 / 40 73 56

0478 / 87 97 23

info@mds-natuurfotograaf.be