Natuurfotograaf Marc De Schuyter

pano  bossen

Bossen

Een bijzondere vorm van landschappen zijn bossen. Neen, maak u geen illusies, natuurlijke oerbossen zijn hier niet meer te vinden. Ook hier drukte de mens zijn stempel, uiteindelijk werd  alles eens aangeplant. Spontane bebossing, een natuurlijk proces, vinden we ook. Alles wat ook maar te moeilijk kon aangewend worden voor ons nut omdat het te nat, te hoog, te steil of slechte grond betrof, bleef onbewerkt. Zo danken we het bestaan van een aantal van onze bosgebieden.

Het fotograferen zelf vraagt een andere benadering. Doordat je onderwerp meestal start vanaf je voeten tot zover je kan aanschouwen, grijp je meestal naar de groothoek om zoveel mogelijk in beeld te brengen. Ideaal om voorgronddetails te benadrukken, denken we maar aan de prachtige bloementapijten van de voorjaarsbloeiers.

Tele-opnamen zijn dan weer prima geschikt om een detail in de kijker te plaatsen.

Door hun voorkomen met overwegend verticale lijnen (stammen) zijn rechte opnames op het eerste zicht de beste keuze. Toch werken ook horizontale beelden en zelfs panorama’s goed. Ze geven de uitgestrektheid, herhaling en oneindigheid van het bos beter weer.

In elk jaargetijde zijn bosfoto’s mogelijk. Alleszins minst geschikt is de zomer. Het bladerdek is compleet volgroeid en egaal groen van kleur. Licht komt sterk getemperd door tot op de bodem. Het is niet meteen de basis voor sterke beelden.

Het voorjaar daarentegen biedt de kans het ontluikend bos vast te leggen. Voorjaarsbloeiers, het frisgroene nieuwe blad , het zijn maar enkele aspecten die boeiend materiaal kunnen opleveren.
De winter, met rijm en sneeuwval, is ideaal om sterke grafische en zelfs abstracte beelden te maken.
De zo goed als zwarte stammen en takken, bestrooid met het witte van de sneeuw, zijn uitermate boeiend om weer te geven, van zwart-wit fotografie gesproken.

Naast het voorjaar en de winter is de herfst ook een van de uitgesproken seizoenen om het bos op te zoeken. De sfeer van licht en mist alleen al. Paddenstoelen verschijnen bij voldoende vocht en warmte in grote getalen. Het is zo’n dankbaar onderwerp dat het een apart hoofdstukje in de portfolio verdient.

Waar bossen dan ook een patent op hebben zijn de herfstkleuren. Hoewel we hier in onze streken niet gezegend zijn met kleuren à la Indian Summer, loont het best wel de moeite om deze kleurenpracht vast te leggen. Een tegenlichtje is hier uitermate geschikt voor.

Dit brengt ons naadloos op de lichtomstandigheden in het bos. Het type bos, naaldbomen of loofbomen, dichte bebossing, seizoen, allemaal spelen ze een rol . Wat algemeen mag gesteld worden is dat er geen overschot aanwezig is. Een statief zal een must zijn. Ook direct zonlicht, tussen de bladeren vallend kan zodanig contrastrijke plekken in beeld veroorzaken, dat van esthetische opnamen geen sprake kan zijn. Bewolkt en zelfs regenachtig weer geeft mooi zacht licht met een prima weergave van alle details, als de wind tenminste geen spelbreker is.

Het beheer in onze bossen is al net zo verscheiden als het bos zelf. Gaande van niets doen tot alles eruit, met alle varianten ertussen. Zo ontstaat een grote diversiteit aan types bos, vaak binnen hetzelfde gebied, als dit tenminste groot genoeg is.

Heerlijk dat je hier nog kan fotograferen zonder storende zaken door de mens veroorzaakt, in een open landschap al iets helemaal anders. Tenzij een boom spelbreker is in een compositie, gebeurt meer dan je zou denken!

Al net zo verscheiden zijn de vele dieren die in onze bossen de ideale schuilmogelijkheden vinden. Het fotograferen ervan is alweer een specialisatie op zich.

Liep je vroeger op een zaterdagmorgen bijna alleen in een Hallerbos, dan is dat nu anders. De interesse voor deze vorm van fotografie is alleen maar toegenomen. Niet alles is uiteraard zo romantisch als de paarse tapijten van boshyacinten. Het is natuurlijk wel een van de dankbare onderwerpen die mooie beelden kan opleveren.

De in rechte lijnen aangeplante bomenrijen kunnen ook boeiende platen opleveren, al komt de grens bij cultuurlandschap hier veel dichter.

Moeilijker wordt het al bij verwilderde bossen met een chaos van lijnen en vormen door omgevallen bomen.

Het vergt veel van de fotograaf die met behulp van lijnen en vormen, onderwerp licht en compositie, toch een beeld kan presenteren dat boeit.

Maar dat is toch een van de drijfveren van natuurfotografie, de pracht van onze natuur in de kijker stellen, niet?