Natuurfotograaf Marc De Schuyter

Tilt en shift lenzen - deel 2 - Shift

3. Corrigeren van vallende lijnen

Deze eigenschap is veel eenvoudiger te verklaren. Als je een hoog onderwerp zoals een boom of een gebouw helemaal wil fotograferen is het vaak zo dat de bovenzijde niet in je beeld past. Om wel alles in beeld te krijgen dien je dus de camera naar boven te kantelen. Daardoor wordt de bovenkant van je onderwerp kleiner afgebeeld dan de onderkant en lijkt alsof het "achterover" valt.
 MG 6974-78-86 mk2 D


Rechte lijnen lopen schuin naar boven in beeld. Door nu de camera toch evenwijdig aan je subject te houden en de lens naar boven te schuiven (= shift) tot de bovenkant in beeld komt, wordt alles weer normaal afgebeeld, zonder vallende lijnen. Zie hierbij een figuurtje met de grafische verklaring.

TS-E 24mm 35L illustratie shift

Nu moet ik toegeven dat je deze bewerking ook in een beeldbewerkingsprogramma kan uitvoeren. Het is echter niet hetzelfde, veel pixels gaan immers verloren. Bovendien zal het programma bovenaan je beeld heel wat nieuwe beeldinformatie erbij moeten verzinnen. Daardoor daalt de beeldkwaliteit aanzienlijk. Bij het beeld met de T&S lens heb je deze achteruitgang niet. Bij kleine vergrotingen zal je dat verschil niet zien, pas bij serieuze vergrotingen zal dit tot uiting komen. Vooral fotografen van architectuur maken hiervan gebruik om hun gebouwen met evenwijdige rechte lijnen weer te geven.
Hierbij een voorbeeld uit de praktijk, met en zonder correctie.


Persoonlijk geef ik hier iets minder om. Het is wel zeer gebruiksvriendelijk om kleine correcties in je beeld aan te brengen zonder het balhoofd of statiefkop aan te raken. De onderwerpen bij de beeldranden van sterke groothoeken hebben nogal de neiging om naar binnen te vallen, wat niet altijd bijdraagt aan de esthetiek van een foto. Hiermee kan je deze zo goed als terug rechtzetten.
Een ander praktisch voorbeeld is bijvoorbeeld een sterke reflectie in beeld van een laagstaande zon "wegschuiven".
Nog enkele voorbeelden van "rechtzetten" van beelden hierbij:

4. Panoramabeelden

Een derde toepassing, tenslotte is het maken van panorama’s. Deze bestaan steevast uit 3 beelden, namelijk het middelste beeld en de verschoven afbeelding links en rechts. Door deze beelden met overlap genomen in de computer aan elkaar te zetten ontstaat dus een panoramafoto. Dit beeld toont de overlap van de drie beelden:

 MG 3726-7-8 mk2 E

Afhankelijk van de cameraoriëntatie (staand of liggend) dien je te verschuiven in dezelfde zin als deze laatste. Zowel horizontale als verticale panorama’s zijn aldus mogelijk. De toepassingen van deze laatste zijn wel beperkter in onze lage landen, maar het kan wel.

                                                         


De verhoudingen zijn steevast dezelfde: bij een full-frame is deze 2,42:1.
Daar de beelden voor deze panorama’s niet verkregen zijn uit geroteerde beelden (zie artikel "probleemloze panorama’s") maar uit starre, zonder vervorming opgenomen afbeeldingen, ontstaat een panorama dat zich probleemloos laat samenstellen.
Een andere mogelijkheid is het creëren van een hoog resolutiebeeld door hetzelfde principe als het maken van panorama’s toe te passen maar de lens tegengesteld te verschuiven aan de camera oriëntatie. Staat de camera horizontaal, verschuif dan de lens van boven naar beneden of omgekeerd. De 3 foto’s op deze manier aan elkaar gezet geven een winst van maar liefst 92% in megapixel waarde.
De volgende voorbeelden tonen enkele horizontale panorama's. Deze zullen meest voorkomen.Het toont aan welke prachtige resultaten kunnen verkregen worden die meestal toch een meerwaarde geven tegenover een enkelbeeld:

Theoretisch treedt er bij het verschuiven van de lens, terwijl de camera stilstaat, een kleine parallax fout op. Eigenlijk zou het anders moeten: de lens blijft star en de camera verschuift. Er bestaan speciale beugels om dit te realiseren, maar ja, nooit genoeg materiaal hé!
Een tweetal argumenten om dit toch niet toe te passen.
Ten eerste: de huidige software is zo goed dat je dit in de praktijk niet merkt. Enkel bij onderwerpen in beeld die zich dicht bij de camera bevinden kan het wel eens misgaan.
Ten tweede: een eenvoudige truc is de camera in tegengestelde richting te verschuiven als de verschuiving van de lens.
Het dient gezegd te worden dat het verschuiven van het objectief naar de uiterste standen, beelden veroorzaakt die mogelijk last hebben van een weinig lichtafval. Doordat we tegen de randen van de beeldcirkel komen te liggen is er ook wat minder beeldkwaliteit aan de uiterste boorden. Pas bij serieus uitvergroten zal dit zichtbaar worden.

Panorama’s gecreëerd met het roteren van de camera/lens combinatie rond het nodal point bieden meer mogelijkheden maar zijn ook veel lastiger te maken. Het gebruik en opzetten van een panoramakop alleen al vergt de nodige tijd. In amper een halve minuut is de panorama met de T&S gemaakt. Als je er in het veld op let om je statief en vervolgens de gemonteerde camera waterpas te zetten, voorkom je een schuin lopende horizon. Verder dragen ook nog een manueel belichten en het werken met een vaste witbalans er toe bij dat er bij het eindresultaat geen verrassingen optreden.
Het manueel belichten voorkomt dat de meter zou willen compenseren voor een wijziging van beeldelementen en dus van helderheid bij het nemen van de opnames. Bovendien kan ook de automatische witbalans roet in het eten gooien, al is dit in RAW enigszins nog recht te zetten. Beter is dan ook de witbalans in een vaste instelling te houden.

 MG 2695-6-7 mk2 E

 

 

 

Natuurfotograaf Marc De Schuyter

Brignoleslaan 43

8700 Tielt

051 / 40 73 56

0478 / 87 97 23

info@mds-natuurfotograaf.be